Lieveheersbeestjes

Braderie, oliebollenkraam. Op de toonbank zie ik 2 lieveheersbeestjes op en aan elkaar zitten. De oliebollenbakker volgt mijn blik, pakt een servethouder en plet de diertjes. Dan pakt hij een doek en veegt de toonbank schoon. Achteloos. Alsof er niet zonet nog onschuldig de liefde bedreven werd. Verontwaardigd zeg ik: “Wat heeft dat nou voor zin?! Die beestjes, weet u wel dat die ergens voor staan?! Of tegen, eigenlijk.” Niet-begrijpend kijkt hij me aan. “Wat u net deed … dat heeft een naam”, verduidelijk ik.

Zegt ‘ie: ”Laatst zat ik rozijnen te wellen, vliegen d’r ook van die torretjes in. Zwarte. Onvindbaar. Ik kon de hele handel weggooien. De Inspectie is streng. En voordat je dan weer zachte rozijnen heb. Toen he’k de rozijnen er zo maar ingepleurd, zo uit het pak. En weet u wat? Die bollen smaakten prima.”

“Dus eigenlijk hebt u al die tijd …”

“Ja, zinloos geweld … dus dat doet ik niet meer”, verduidelijkt hij.

        © Sander Essers, Renkum